‘Wit’ door Han Kang ZUID KOREA

De Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang, geboren in 1970, studeerde Koreaanse literatuur aan de Yonsei Universiteit van Seoul en doceert momenteel creatief schrijven aan het Seoul Institute of the Arts. De vertelling Wit (2017) is haar derde boek. Eerder schreef ze De vegetariër (2015), haar eerste boek dat vertaald werd in het Engels en waarvoor ze de Man Booker international Prize for fiction kreeg) en Mensenwerk(2016).

In Wit verblijft een verteller (in de derde persoon: -ze-), met een schrijversbeurs in Warschau. Zij spreekt de taal niet en wordt overvallen door de voelbare herinneringen aan pijn en kwelling van de stad die haar onbekend is. “Daardoor lijkt de plek waar ik heenvlucht, niet zozeer een stad aan de andere kant van de wereld, als wel de diepere kern van mijn innerlijk.”De stad met zijn littekens van leven en dood doet haar denken aan leven en dood van haar oudere zusje dat maar twee uur leefde in de armen van haar moeder, terwijl die steeds herhaalde: “Niet doodgaan. In Godsnaam, niet doodgaan.” De baby is niet bij machte iets te zien, maar kijkt wel, voelt wel, kan niets zeggen, kan wel horen, begrijpt niets, maar voelt de warmte van de moeder en de kilte van de dood.

De verteller geeft haar zusje witte dingen: witte sneeuw, witte ruïnes, witte bakerwindsels, witte moedermelk, ijsbloemen op het raam, rijp, een witte vlinder, sneeuwvlokken, een witte hond, een wit ademwolkje, witte meeuwen, witte pilletjes, suikerklontjes, wit haar, vitrage, een witte kraanvogel in Seoul, ‘de Himalaya, het land van ijs’, een witte zakdoek. Hiermee geeft ze het gestorven kindje een familie: een moeder die nog een zoontje kreeg dat ook kort na de geboorte stierf, een vader, die de baby’s moest begraven, een zus, de verteller die klaarblijkelijk een moeilijke periode achter de rug heeft (depressie? burn-out? rouw?) en een jongere broer. Ze geeft haar een land en een taal, een geloof (boeddhisme) een leven met lichaam, ziel en geest. Ze schrijft dat een witte zakdoek vanaf een balkon naar beneden waaierde, “als een ziel die behoedzaam een plek zocht om neer te strijken.”

De verteller, (de schrijfster zelf) observeert in het nu en benoemt wat ze ziet en waar dat haar aan doet denken. Het zijn prachtige overwegingen, gevoelig, filosofisch, teder, of haar herinneringen aan vroeger (‘lang geleden, ‘ ze is acht jaar oud’, ‘ze was een jaar of tien), waarbij ze reflecteert over haar eigen leven, haar gedrag, haar emoties en over de pijn die ze heeft moeten verduren.

Ze doet dat in elk wit ding, steeds op een nieuwe bladzijde. Het zijn korte stukjes, juweeltjes, proza. Over vitrage: “Komt het door een soort opwaaiende witheid binnen in ons, onbezoedeld en ongeschonden, dat onze ontmoetingen met ongerepte dingen ons altijd weer ontroeren?” 
Soms ook in een gedichtachtige vorm, zoals in Tot de stilte.
“… dan is er iets wat ze wil zeggen tot de stilte,
       in de vroege uren van de zondagmorgen
       als de andere bewoners nog niet op zijn.
   Mag dit nog iets langer duren?
   Dan is er nog tijd om me schoon te wassen.”

Wit is een verrassend boekje, niet om achter elkaar uit te lezen, maar om elke bladzij, elk wit, elke overweging tot je door te laten dringen. De subtiele gedachten van de schrijfster vragen om pauzes. Snel doorlezen verandert het gevoel over wat er staat. Dan wordt al het witte een maniertje, en komt het over als te veel van hetzelfde, te bedacht. De essentie, de diepgang verdwijnt.

Een schokkend moment is het inzicht van de schrijfster: Dit leven hoefde maar door een van ons geleefd te worden. Als jij die eerste uren had overleefd zou ik nu niet leven.” Een inzicht dat haar brengt naar wie en wat zij zelf is.

Het boekje is gebonden in een linnen omslag in gebroken wit. Op het omslag de letters W I T, in de kleur wit. Nijgh & Van Ditmar laat Wit vergezeld gaan van een mooie tekst, in prachtige bewoordingen, en zonder te overdrijven. Altijd prettig als een uitgever zelf oprecht verrukt is van een eigen uitgave.

De Engelse vertaalster Deborah Smith vertaalde het Koreaans naar het Engels en de Nederlandse Marijke Versluys vertaalde het Engels naar het Nederlands.
Wit staat op de shortlist voor de international Man Booker Prize 2018.

Uitgeverij       Nijgh &Van Ditmar, 2017
Pagina’s          145
Vertaald         zie hierboven
ISBN               978 9038 803 722