‘Fuzzie’ door Hanna Bervoets

Hanna Bervoets werd dit jaar gelauwerd met twee literaire prijzen, de BNG literatuurprijs voor haar vorige boek Ivanov en de Frans Kellendonkprijs, die één keer in de drie jaar wordt toegekend. Ze kreeg hem voor haar hele oeuvre, met de vermelding ‘een oeuvre dat getuigt van een onafhankelijke en originele kijk’.
Na haar studie Media & Cultuur aan de UvA en een Masters Journalistiek debuteerde ze in 2009 met Of hoe waarom. Dat boek kreeg, evenals al haar volgende boeken diverse prijzen. Lieve Céline werd verfilmd. Ze schrijft columns in de Volkskrant, heeft een toneelvoorstelling gemaakt voor een theatergroep en een televisiefilmscenario geschreven.
Hanna Bervoets is drieëndertig jaar.
Nu is er Fuzzie. Haar zesde roman.
Zelf noemt ze het boek op VPRO-boeken een experiment. Ze houdt ervan zichzelf voortdurend te vernieuwen en zich te bekwamen in allerlei genres.

Staande in een boekwinkel las ik de eerste vijf bladzijden vanFuzzie, waarin een pluizig bolletje ‘jou’ aanspreekt op een zeer persoonlijke en intrigerende manier. Die bladzijden beginnen met: ‘Hé jij, ben je daar eindelijk? Ik ben zo blij dat je mij gekozen hebt. Hoewel ik maar net in je handen lig heb ik het gevoel dat ik je al heel lang ken. Mag ik zeggen dat je mooi bent?’
Ik was meteen verkocht.

Fuzzie is een pluizig bolletje in allerlei kleuren: wit, blauw, roze, paars, rood. De vijf personages die een dergelijk bolletje krijgen, hebben gemeen dat ze ongelukkig zijn. Door het bolletje worden ze positief bevestigd, waardoor ze eraan gehecht raken; ze friemelen aan de pluizigheid en verlangen naar de stem van het bolletje, die af en toe uit zichzelf een gesprek begint. Een monoloog. Fuzzie is niet interactief zoals een robot of een game kan zijn.
Een van de personages is Maisie, studente geschiedenis die is bezig af te studeren en aan haar eindscriptie werkt. Niet lang geleden heeft ze haar relatie met Florence verbroken. Ze kreeg een wit bolletje per post. Florence, designer van gebruiksartikelen, compenseert haar relatiebreuk door elke avond een andere vrouw te versieren. Zij heeft een blauw en een roze bolletje die ze allebei weggeeft, na een vrijpartij met Angelica, een topdesigner, die onbruikbare maar bloedmooie en peperdure voorwerpen ontwerpt. De echtgenoot van Angelica, Stephan, vindt het ok dat Angelica met vrouwen vrijt, mits niet aldoor met dezelfde vrouw. Hij is een werkeloze piloot, lijdt onder zijn werkloosheid en pikt het roze bolletje van Angelica. Dan is er nog Diek, een seksueel gefrustreerde man die dertig jaar getrouwd was en nu via internet ‘onder voorbehoud’ met vrouwen date. Hij heeft een paars bolletje, waar zijn hond Maxie op kauwt en op reageert.
De bolletjes spreken over eenzaamheid, verlangen, liefde. De bezitters worden persoonlijk aangesproken en met een thema geconfronteerd dat bij hen past en dat verpakt is in aardigheid, begrip, warmte en compassie. Bij Maisie begint het bolletje: ‘Opende jij je ogen uit jezelf vanochtend?’ om vervolgens een verhandeling over slapen en dromen te houden. Bij Angelica, die gestrest is door haar eigen drukte en succes, is de openingszin van het bolletje: ‘Laten we vandaag vrij nemen, even geen werk, gewoon even weg.’ Bij Stephan, die ernstig aan zichzelf twijfelt, roept het bolletje hem na: ‘Voel je je wel eens eenzaam?’ Soms lijkt het bolletje niet op een van de vijf personages gericht, maar op de lezer, wat even duurde voor ik het door had. Het effect was dat ik ging bladeren om te kijken welk bolletje aan het woord was en dus bij welk personage het hoorde. Het bleek dat het bolletje zich gedroeg als een filmacteur die even uit zijn verhaal stapt, in de camera kijkt en de toeschouwers toespreekt.

Belangrijkste thema’s van de roman Fuzzie zijn verlangen en genegenheid. Het is, op een originele manier, een onderzoek naar de vraag waarom het zo moeilijk is een goede relatie aan te gaan en te houden.

Na lezing van een honderdtal bladzijden kreeg ik het moeilijk om mijn aandacht bij het boek te houden. De vorm van het verhaal is misschien voor de schrijfster nieuw, maar voor de lezer maakt de snelle afwisseling tussen de personages in kleine stukjes, soms maar een halve pagina of net een hele, het verhaal oppervlakkig. Je komt er niet echt in. De mannen in het boek, Stephan en Diek, vond ik zich herhalende zeurzakken. Hun gedoe duurt erg lang. Ik haakte in eerste instantie af. Ik las het boek voor de tweede keer om die stukken toch nog tot me door te laten dringen. Het bleef een stroperig geheel. Wat mij betreft hadden de mannen er niet in gehoeven. Of alleen Stephan, maar dan indirect in het verhaal van Angelica. Diek had met geen enkel ander personage een band. Het boek mét de mannen is dik genoeg om er zonder te kunnen.
Gelukkig las ik door, waardoor ik het einde van de roman, waarbij de herkomst van de Fuzzies duidelijk wordt, niet heb gemist. Grappig was dat er een zin in het boek stond, die ik subliminaal registreerde, maar ter plekke niet vatte, waarin die herkomst al werd aangekondigd.

Tenslotte gaat het met alle personages een stuk beter dan vóór Fuzzie. Hanna Bervoets wil daarmee aantonen dat genegenheid van een ‘ding’ net zo belangrijk in een mensenleven kan zijn als genegenheid van een ander mens. Ook de relatie met een pluizig bolletje dat positief bevestigt, aardig is en begrip toont doet een mens goed. Iedereen in de hulpverlening zal het met de schrijfster eens zijn. Een groot deel van de professionele hulp bestaat uit aandacht, bevestiging en positief labelen. Hulpverleners zijn de pluizige fuzzies van hun cliënten. Bevestiging verbindt. In Fuzzie is het pluizige bolletje een aartsverbinder en tevens de pokon die de personages dringend nodig hadden om over hun negatieve gedachten en bijbehorende emoties heen te groeien.

Een boek met een interessant gegeven, om verder over na te denken.

Uitgeverij         Atlas Contact , 2017
Pagina’s            286
ISBN                 978 9025 450 267