‘De uitweer’ door Amy Liptrot

Schrijfster Amy Liptrot debuteert met dit prachtige boek over haar tienjarige verslaving aan alcohol en hoe ze er van afkwam tijdens een tweejarig verblijf op de Schotse eilandengroep de Orkneys.

Amy Liptrot is opgegroeid op de Orkneys. Haar ouders afkomstig uit Midden Engeland trokken als begin twintigers naar het noordelijkste gedeelte van het grootste eiland van de Orkneys, Mainland, waar ze een boerderij kochten met veel (goedkoop) land. Ze hielden schapen. Het boek begint met een sfeervolle scène op een plek, waar de zwangere moeder naar het ziekenhuis wordt gebracht voor de bevalling van Amy, en de manisch depressieve vader door twee agenten afgevoerd wordt naar een psychiatrisch ziekenhuis op het vasteland van Schotland. Beiden zijn 28 jaar. De achtergrond van Amy.

Op Mainland waait het altijd en regent het veel. In de winter is het om half vier ’s middags al donker en in de zomer wordt het ’s nachts alleen maar schemerig. Er gebeurt in de ogen van jonge mensen helemaal niks. Amy wil dan ook zodra ze kan, het eiland verlaten en naar Londen gaan om een hip, eigentijds en ‘gevaarlijk’ leven te leiden. Aanvankelijk gaat het goed, ze werkt, maakt vrienden, gaat veel uit, wordt verliefd en gaat samenwonen, maar al snel drinkt ze teveel alcohol. Ze raakt obsessief verslaafd, kan op het laatst geen enkele dag zonder. Ze bezoekt nachtclubs en pubs, komt elke nacht laveloos thuis of niet. Haar dagen eindigen tenslotte allemaal in een alcoholisch coma. Thuis wordt een steeds armoediger kamer. Ze verliest haar baan, haar vriend en haar waardigheid.

Na een periode van drie maanden van detox (ontgifting) en rehab (opname in een afkickkliniek) keert ze terug naar de Orkneys. Haar ouders zijn inmiddels gescheiden, maar wonen beiden nog op Mainland. De boerenhoeve is verkocht. Vader woont op het land in een caravan. Amy probeert haar pas verworven alcoholvrije bestaan elke dag en elk uur vol te houden. Ze is in het begin gespannen. Haar bezigheden zijn drieledig: zichzelf warm houden in het huisje, eten en geen alcohol drinken. Wat later helpt ze haar vader bij het lammeren en nog weer later bouwt ze een stenen muur op de oude beproefde manier van de eilandbewoners. Voor Vogelbescherming telt ze een periode ‘s nachts, steeds op een nieuwe vierkante kilometer, het nog op Mainland overgebleven aantal kwartelkoningen, een vogel die je hoort, maar nauwelijks ziet.

Beetje bij beetje went ze aan een bestaan zonder alcohol. Ze leert op Mainland om de opwinding die haar in het Londense nachtleven aantrok om te zetten in opwinding over de natuur op de Orkneys. Ze vergelijkt wat ze meemaakt in haar eenvoudige bestaan op de Orkneys, met haar ‘swingende’ leven met de drank en de tienjarige verslaving. Geen gemakkelijke vergelijkingen, nooit plat, maar verrassend, passend en creatief. En in een prachtige stijl geschreven.

Na een jaar huurt ze op een nog noordelijker eiland Papay, waar zeventig mensen wonen, een bouwvallig huisje van Vogelbescherming. Ze leert, kijkt, breidt haar gezichtsveld uit. Ze weet alles over vogels, vissen, land, het weer, sterrenbeelden, planeten en satellieten, geologie, ze ‘drinkt’ alle kennis in die ze tegenkomt. Het begerige weten lijkt net zo obsessief als haar begeerte naar opwinding in Londen. Ze volgt – met behulp van een nieuwe vriendin- de twaalf stappen van de AA, nu eens met weerzin, dan weer met vreugde over een verrassend inzicht.

Op Papay leven de mensen dichter bij elkaar. Er heerst gemeenschapszin. Met zo weinigen ben je op elkaar aangewezen. Ze leert mensen kennen, zwemt iedere dag in zee, maakt nachtelijke wandelingen, participeert in het kunstfestival, ziet het noorderlicht en andere bijzondere natuurverschijnselen, die haar verrukken en laten beseffen dat hoewel ze nog altijd hunkert naar een glas alcohol, het leven zonder gif zo verschrikkelijk veel mooier en echter is. In een van de laatste scènes zit ze met een man bij het vuur, ze drogen hun sokken, hij streelt haar enkels. Ze geniet van de aanraking en weet dat ook dat aspect van haar leven weer terug zal komen.

De grote verdienste van dit boek is dat Amy Liptrot het leven op de Orkneys beeldend, liefdevol, begripvol in prachtig en krachtig proza beschrijft. Je ziet de vleugelslag van de indrukwekkende Jan-van-genten voor je, je hoort de zee bulderen en voelt de wind je adem afsnijden.
Zeer boeiend zijn ook de overpeinzingen van Amy over haar verslaving en haar gezoek naar de oorzaak, dat tot niets leidt en duidelijk maakt dat het denken over verslaving voor haar niet heilzaam is. Wel komt ze erachter hoe de wil tot verandering een andere weg kan volgen dan ze dacht: ‘De krachten waarmee ik ben opgegroeid, worden op onverwachte manieren benut. Herstel is gebruikmaken van iets wat eerst van geen waarde werd gevonden. Misschien was ik aangespoeld, aan lagerwal, maar ik kan hernieuwd worden …De krachten kolken binnen in mij.’ jjss
De titel is een vraagteken als je het boek niet gelezen hebt. Om de boerenhoeve van haar ouders ligt het akkerland ( the in-bye) waarop gewerkt wordt. De uitweer is de onbebouwde en onbewerkte buitenweide (the out-bye). Schapen worden na het lammeren naar de uitweer gedreven, waar ze een rustig leven leiden. De uitweer van de boerderij van haar ouders lag tot aan de noordelijkste kliffen hoog boven de zee. Het was de favoriete plek van de jonge Amy om naar toe te gaan als haar leven haar teveel, te saai of te ingewikkeld werd.

Amy Liptrot schreef een prachtig en uniek boek. Een voorbeeldig debuut. Geen wonder dat het Publishing Scotland translation Fund financiële steun aan deze uitgave heeft gegeven.

PS. Je hoeft niet verslaafd geweest te zijn om naar de Orkneys te gaan!

Uitgeverij     Ambo/Anthos Uitgevers
Pagina’s        256
Vertaald       uit het Engels door Robbert-Jan Henkes (The out-bye)
ISBN             978 9026 336 638