‘Krimp’ door Justine le Clercq NL

“Ieder mens krimpt in tot z’n omgeving, tot-ie erin past zonder te lijden. Zoals een blozende jongeman die plots in een oorlog wordt gedropt binnen twee weken op een lichaam staat in te hakken.”

Krimp is een origineel verhaal, met een verrassende stijl vol sarcasme, puntige waarheden en grappen. Ogenschijnlijk een ‘normaal’ jeugdverhaal van een dochter die alleen met haar vader opgroeide, maar schijn bedriegt. De achterflap van het boek vermeldt: “Via haar fictieve lotgenoot Lina doorzoekt Justine le Clercq haar eigen arrestatie in 1989, die uitmondde in eeuwigdurende schuld.”
Een vooraankondiging dat dit juist een ‘niet -normaal’ verhaal zal zijn.

Angelina (Lina) is de dertigjarige dochter van patron Hugo, die 30 jaar kok, ‘spijskunstenaar’ is in zijn eigen Franse restaurant in Den Haag, waarmee hij altijd ‘tegen een Michelinster aanzit.’ Lina lijkt zichzelf te overtuigen met haar openingszin op bladzijde een: “Ik leid een normaal leven. Dat weet ik zeker. Er is een appartement, een auto en een baan. Niet eens een slechte baan, niet eens een slechte auto. Er is ook een vriend, voor af en toe. En er is papa.” Ter gelegenheid van haar vaders 80ste verjaardag willen de meest trouwe gasten hem een feestavond aanbieden. Lina wordt erbij betrokken.

Als kind kwam ze, toen grootmoeder stierf, bij haar vader wonen. Moeder had hen al vroeg verlaten. Vader is een egocentrische man, die de kleine Lina aan de restaurantafwas zet en haar daarna alleen naar huis laat gaan omdat hij, in zijn restaurantkeuken, nog seks wil met een vrouwelijke gast. Hij is gewild en heeft nooit gebrek aan vrouwen. Lina en haar vader maken zich bij het ontbijt samen vrolijk over het opdringerige vrouwvolk. ‘Dat was me er eentje’, begint hij de intieme details van hun nachtelijke verrichtingen. Het zijn de enige momenten dat Lina zich veilig voelt. Dan noemt hij haar konijntje. De rest van de tijd is hij een vader die zijn dochter negeert, uitbuit of vernedert.
Op haar vijftiende verjaardag geeft vader haar als cadeau een kamer op twaalf minuten fietsen van zijn huis. Hij vindt dat ze op een leeftijd is om op zichzelf te wonen, dat hij als goede ouder gegeven heeft wat nodig was en dat het voor haar het tijd is op eigen benen te staan. Als Lina wanhopig protesteert snoert vader haar de mond: “Karel de Vijfde was op zijn vijftiende al meerderjarig verklaard en werd koning.”

Hoe vaak kun je in je leven in de steek gelaten worden zonder psychische problemen op te lopen? Haar zoveelste verlating is opmaat naar een crimineel leven met de eerste de beste man die haar ziet staan en ‘meisje ‘ noemt, Rick, een kleine, steeds groter wordende crimineel. Justine le Clercq weet zo’n bestaan onorthodox te typeren. De observaties over misdaad, slachtoffers, straf en hulpverleners van Lina zijn ijzersterk, verrukkelijk en verrassend.
Misdaad: ‘Er is misdaad uit berekening, er is misdaad uit domheid en er is misdaad die onomkeerbaar uit al je vorige beslissingen voorkomt, de misdaad die een val is zonder parachute.”
Slachtoffers: “Slachtoffers zien het verschil (tussen de diverse misdaden) niet. Dat is begrijpelijk.’ En: ‘De crimineel maakt het wel uit hoe je (als slachtoffer) reageert, die wil geen mens zien, dan raakt-ie uit zijn evenwicht.”
Straf: “Hoe meer je een dader vervreemdt van gewone mensen, hoe minder spijt of wroeging er kan ontstaan, want spijt en wroeging bestaan alleen tússen mensen. Het is de paradox van de cel. De cel moet de moraal porren, de empathie, de spijt laten opborrelen, maar het enige wat opborrelt is frustratie en het bedenken van trucjes om aan een sigaret te komen.”
Hulpverleners: “…ik haatte ze om hun triomfantelijkheid en hun zelfgenoegzaamheid en hun weke ogen en die slappe slahandjes van ze waarmee ze niet eens een dik stuk grijsrood koeienvlees met een vleeshamer konden bewerken. Sterker nog, dat durfden ze niet eens, die vegetarische selderijstengels.”

Ze worden gearresteerd. Rick wordt veroordeeld, laat Lina erbuiten, die vrijkomt. Ze verandert haar leven omdat ze niet(s) anders kan en laat op haar beurt Rick stikken, wat haar ‘eeuwigdurende schuld’ oplevert. Alle braafheid ten spijt laat de wrok zich niet opsluiten, laat haar woede zich niet beteugelen. Heftig is haar inbreng tijdens een teambuildingssessie op haar werk over Omdenken, over harde gewelddadige vrouwelijke agressie.
Tenslotte overstijgt Konijntje, kind van haar vader, haar angst. Ze noemt het “geen wraak, geen vergelding, maar de loop der dingen.” Ze zal eindelijk, denkt ze, “iemand zijn.”

Van Justine le Clercq verscheen in 2011 De Roemlozen (roman) en in 2013 Wegens geluk gesloten (korte verhalen). De pakkende mooie omslagafbeelding van Krimp is van Tamara Muller

Uitgeverij Podium, 2017
Pagina’s 152
ISBN 978 9057 598 746

Recensie door Hannah Kuipers

https://vrouwenbibliotheek.nl/2018/02/04/krimp-door-justine-le-clercq/