‘Het geheim van Audrey H.’ door Miriam Guensberg

Met liefde geschreven roman, deels fictie en deels gebaseerd op feiten. Om achter elkaar uit te lezen!

Zojuist verschenen! Er zijn interviews met de schrijfster in heel Nederland. Zie de speellijst op www.uitgeverijdekring.nl. Boeiend!

Audrey Hepburn (1929- 1993) was vanaf begin 50-er jaren van de vorige eeuw voor veel Nederlanders een idool. Ze had een Nederlandse moeder en was ‘onze Audrey’. Jonge meisjes en vrouwen identificeerden zich met de mooie, elegante, voorname filmster die ze was. In 1953 draaide Roman Holiday, een romantische film waarvan de beelden iconen zijn geworden. Wie herinnert zich niet de scène in Rome, op de scooter met Gregory Peck voorop en Audrey schrijlings achterop? Ze kreeg er meteen een Oscar voor.
Audrey werd door het publiek op handen gedragen. Elke film was een succes, ook Breakfast at Tiffany’s (1961) naar een roman van Truman Capote, waarin ze een vrouw, Holly Golightly speelde die zich liet onderhouden door meerdere rijke mannen, wat menigeen deed fronsen. Ze speelde de rol zo onbevangen, zo niet-sexy, dat het feit dat ze een dure hooker speelde, naar de achtergrond verdween. Ze speelde niet alleen in romantische films, maakte ook serieus werk zoals in 1956 Oorlog en Vrede (naar het verhaal van Leo Tolstoj) en in 1959 The nun’s story (het ware verhaal van Gabrielle van de Mal, zuster Luke, non in Belgisch-Congo). Ze speelde in ongeveer dertig speelfilms en won talloze Oscars en Bafta’s.
In 1968 werd ze ambassadrice voor Unicef, waar ze zich volledig inzette voor de allerarmste kinderen ter wereld. Ze reisde de hele wereld over om gebieden met honger te bezoeken. Ze gaf overal gala-avonden, ook in Amsterdam, om geld voor Unicef bijeen te brengen.

In Het geheim van Audrey H vertelt een fictief jeugdvriendje Felix Wolf, over het leven van de jonge Audrey zoals hij haar gekend heeft en verliefd op haar was. Audrey woonde met haar moeder (en haar twee halfbroers) in Arnhem. Haar moeder was streng, heerszuchtig en voedde Audrey op met veel geboden en verboden. Felix Wolf was net als zij, geboren in mei 1929. Hij was een schoolgenoot en stapel verliefd op het bosmeisje, zoals hij Audrey noemde. Ze zagen elkaar stiekem bij hun wandelingetjes op de landgoederen van Zypendaal en Sonsbeek van Arnhem.
Felix Wolf is 88 jaar, ex-psychiater, als hij terugkijkt op zijn eigen leven, dat net als dat van Audrey getekend werd door de oorlog. Hij ook had een geheim wat zijn leven ingewikkeld maakte. Hij adoreerde Audrey en hoewel ze elkaar tenslotte uit het oog verloren, verdween ze nooit uit zijn hart: “Toen al had ze de blik die haar als actrice wereldberoemd zou maken: niet sexy, maar verleidelijk, niet opdringerig, maar afwachtend, niet vulgair maar voornaam, niet doods maar lichtgevend, niet uitbundig maar weemoedig, niet brutaal maar kwetsbaar en hartstochtelijk anticiperend op de wensen van een ander.”
Het Airborne Museum is geïnteresseerd in zijn kast vol brieven en spullen van Audrey als aanvullende research voor de tentoonstelling over Audrey en haar moeder. Hij krijgt van het museum alles ter inzage wat zij over haar aan informatie hebben. Van de informatie over haar ouders is hij geschrokken. Zijn herinneringen, die informatie en het verhaal van zijn leven vormen de verhaallijnen van de roman.

De ongemakkelijke jeugd van het jonge meisje Audrey, dat ouders heeft met ‘foute’ ideeën is het belangrijkste in deze roman. Moeder had, vol lof voor Hitler en de nazi’s, in 1935 een aantal artikelen geschreven, na een bezoek aan Neurenberg en Hitler met vader Joseph Hepburn Ruston. Vader was lid was van de British Union Fascists, de BUF, werd aan het begin van de oorlog in Londen gevangengezet en heeft de hele oorlog in gevangenschap doorgebracht. De ouders waren toen al gescheiden. Moeder wendde zich wel af van de BUF, maar hield haar Duitse connecties in Nederland warm, zodat ze haar dochtertje, die ballerina was, kon laten optreden in het Arnhemse Musis Sacrum en de Stadsschouwburg, waardoor haar carrière zich kon ontwikkelen. Toen in 1942 oom Otto van Heemstra, de man van haar lievelingstante, met vier andere gijzelaars uit St. Michelsgestel als vergelding voor een aanslag op de Duitsers werd gefusilleerd, was de hele familie van Heemstra, inclusief moeder ten diepste geschokt.

Audrey Hepburn heeft later – waarschijnlijk in het nauw gebracht – in interviews gesuggereerd dat ze in het verzet zat. Daarmee maakte ze zich populairder dan dat ze over haar fascistische ouders zou beginnen. Men oordeelde toen hard over goed of fout; goed was geweldig, fout was slecht. Foute ouders van kinderen waren misdadigers, goede ouders waren helden. Het kind van de foute ouders werd getreiterd en behandeld als een minderwaardig wezen. Het kind van goede ouders werd als een held behandeld. Het zou de carrière van Audrey Hepburn zeker hebben geschaad, als zij met het fascistisch verleden van haar ouders op de proppen zou zijn gekomen.
Nu pas probeert men het grijze gebied te ontsluiten. Grijs is het gebied voor wie zich realiseert dat een goed iemand toch ook meestal deels fout was en een fout iemand ook gedeeltelijk goed kon zijn. De motieven waarom men toen goed en fout handelde, spelen nu de grootste rol. Sowieso hielden de meeste mensen zich overal van afzijdig; ze waren bezig te overleven.
Felix Wolf trekt parallellen tussen toen en nu, met betrekking tot fascisme en fundamentalisme. Hij is geen voorstander van vergoelijken, maar sluit zich aan bij Audrey Hepburn zelf, die zei dat je het niet moest hebben over collectieve schuld, maar over collectieve verantwoordelijkheid.

De schrijfster heeft Het geheim van Audrey H. geschreven naar aanleiding van de geplande tentoonstelling in het Airborne Museum te Oosterbeek, Moederliefde, over de moeder van Audrey, Ella van Heemstra en haar gedrag in het interbellum en in de Tweede Wereldoorlog. Miriam Guensberg schrijft in de personage van Felix Wolf, (haar alter ego?) met liefde over het meisje Audrey, en haar geheim. Dat is het allersterkste punt van deze roman.

Miriam Guensberg heeft negen boeken op haar naam staan, o.a. Poolse tranen (2013) en Ooit (2015). Zij is filosofe en schrijfster.
Momenteel wordt zij in heel Nederland door steeds andere vragenstellers geïnterviewd in boekhandels, filmtheaters en bibliotheken (met meestal na het interview een film met Audrey Hepburn); soms zijn het lezingen met oud beeldmateriaal. Toegang óf gratis óf een gering bedrag.

Uitgeverij         De Kring, Amsterdam, januari 2017
Pagina’s            253 blz.
ISBN                 978 9462 970 373