‘Cissy van Marxveldt, een biografie’ door Monica Soeting

Joop ter Heul, een rebelse bakvis in de boeken van de brave schrijfster Cissy van Marxveldt.

Net zo blij als ik als ‘bakvis’ was wanneer ik weer een deel van de serie van vijf boeken van Joop ter Heul kreeg, was ik toen ik hoorde dat er een biografie over Cissy van Marxveldt was verschenen. Midden jaren vijftig was ik ‘dol’ op Joop ter Heul en haar Jopopinoloukicoclub. Mijn jeugd had een aantal overeenkomsten met die van Joop ter Heul: ook ik zat op de H.B.S., had ook een strenge, kille moeder en een goeiige veel afwezige vader. Door haar rebelse gedrag, was Joop voor mij een voorbeeld. Haar leuke vriendinnenschaar, haar welgestelde familie en haar grappige omgang met het personeel had ik niet in mijn soort leven, maar ik vond het heerlijk om daarover te lezen, net als over juffrouw Wijers, haar wijze en warme bijles-fee. Ik kreeg mijn bijlessen wiskunde van een ongeduldige man die stinksigaren pafte. Ik had toen geen idee dat het eerste deel – De H.B.S.tijd van Joop ter Heul – al in 1919 was verschenen. In 1925 bestond de serie uit vier delen. (Deel vijf werd na de oorlog geschreven en uitgegeven). In mijn idee waren de boeken niet ouderwets. Uit recente rondvraag bleek mij dat meisjes/vrouwen, geboren na 1960, de boeken pas ouderwets zijn gaan vinden.

Biografe Monica Soeting (auteur van Hoe schrijf ik een biografie?) heeft een lekker leesbare en interessante biografie gemaakt over het leven van Cissy van Marxveldt en de sociale en culturele omstandigheden waar zij in haar tijd (1889- 1948) mee te maken had. Cissy van Marxveldt werd geboren als Setske de Haan in het Friese Oranjewoud, een toeristische plaats met drie landgoederen van adellijke families. Haar vader was hoofdonderwijzer. Haar moeder, die huisvrouw was, werd door Setske ‘de Generaal’ genoemd. Setske was enig kind. Het was een typisch middenklasse gezin, tussen de rijke elite enerzijds en ‘volksarbeiders’ anderzijds. Hun stand ophouden was kostbaar en dus lastig, daar hoofdonderwijzers in die jaren zeer slecht betaald werden.
Standsverschillen speelden in het leven van Setske de Haan een grote rol. Ze kon moeilijk over haar gekwetste gevoelens heenstappen, als iemand haar had vernederd, bij voorbeeld door geringschattend over haar te doen.
‘Lees mijn boeken maar, daar zit mijn leven in,’ zei ze in interviews en daarmee maakte ze haar privéleven altijd mooier dan het was. Ze was getrouwd met Leo van Beek, een ondernemer, die nauwelijks geld verdiende. Ze hadden twee zoons. Cissy was kostwinner en het gezin van Beek kon ruim van haar royalty’s leven. Ze presenteerde zich als een dame en benadrukte haar rol als moeder, voor wie het schrijven een hobby was, en het niet deed voor het geld. Schrijven was zelfs bij haar moederschap een ‘inconveniëntie’ een inbreuk op haar moedertaken. Ze beschreef of besprak openlijk geen controversiële onderwerpen of beweringen die botsten met de heersende orde. Wel verwijzen haar boeken altijd impliciet naar discussies over de positie en het vermeende ‘wezen’ van de vrouw. Biografe Monica Soeting noemt dat ‘tegenschrijven’. Als je goed ‘tegenleest’, dat wil zeggen leest, wat er anders staat dan lijkt te zijn bedoeld, blijkt het niet alleen te gaan over conventionele vrouwen en mannen, maar bevolken ook tegendraadse figuren met tegendraadse meningen haar boeken.

Cissy van Marxveldt schreef massa’s verhalen in tijdschriften, zoals Panorama, Wereldkroniek en Meisjesleven en naast de Joop ter Heulserie, eenentwintig boeken. Bijna elk jaar verscheen er een nieuw boek en van al haar boeken verschenen meerdere herdrukken. Van de eerste twee Joop ter Heuls werden toneelstukken gemaakt, die bij meisjes bijzonder in trek waren: uitverkochte zalen in Nederlands Indië en in een aantal grote steden in Nederland. Van een van haar boeken De Kingfordschool werd een operette gemaakt.
Cissy van Marxveldt bleef haar hele leven bekend als schrijfster van meisjesboeken, ‘bakvisromans’, hoewel ze ook boeken voor volwassenen schreef. Op het genre meisjesboeken werd neergekeken. Men sprak denigrerend over ‘het fenomeen van de schrijvende vrouw’. Mannen in de literatuur, zoals Ter Braak en Du Perron waarschuwden ‘voor het bederf van de geest van jonge meisjes door broodschrijfsters zonder talent en zonder roeping’.
De historische uiteenzettingen die Monica Soeting naast het leven van Cissy van Marxveldt in de biografie verwerkt, zijn amusant en informatief. Het zijn min of meer afgeronde studietjes over bij voorbeeld het sociale leven in Friesland aan het einde van de 19e eeuw, over The New Woman, de zelfstandige onafhankelijke vrouw die een opleiding had genoten en werkte (voordat ze ging trouwen), over de vraag ‘Wat zijn goede beroepen voor een vrouw?’ Over pseudoniemen van vrouwelijke auteurs, over het dienstbodeprobleem en over jeugd -, kinder – en meisjesboeken vanaf 1870, toen jongens en ook meisjes ook middelbaar onderwijs konden volgen.

Zo grappig als veel van haar boeken waren, zo niet-grappig was het leven van Cissy van Marxveldt vanaf 1929. Dat jaar kreeg ze een hersenbloeding en haar herstel duurde meer dan twee jaar. Ze had restverschijnselen: verlamming van haar rechterarm en hand. Dat knaagde aan haar zelfvertrouwen. Ze verstopte de arm en voelde zich als vrouw minderwaardig. In 1936 kwam aan het licht dat Leo een minnares had, met wie hij ging samenwonen. In de oorlog verschenen er geen boeken, wat voor Cissy van Marxveldt betekende dat ze geen geld had en dus geen eten. Ze werd mager, ziek. Leo van Beek, die altijd had ontkend Joods te zijn, er niets mee deed, werd vanwege zijn Joodse grootouders in de oorlog ongewild een Joodse man. Het kostte hem zijn leven. Cissy van Marxveldt stierf in 1948.

De Joop ter Heul-serie heb ik onlangs herlezen. Ik had kromme tenen vanwege de vooroordelen, maar desondanks was de rebelse Joop nog steeds amusant. Biografe Monica Soeting citeert onderzoekster Pamela Pattynama: ‘Joop ter Heul zit in het nationale culturele geheugen opgeborgen, niet in haar uiteindelijke rol van keurige huisvrouw en moeder, niet als de volwassen vrouw, die zich gewonnen heeft moeten geven, maar als de eeuwig adolescente en vrouwelijke rebel.’

Uitgeverij       Atlas Contact – Amsterdam/Antwerpen
Pagina’s          462 (waarvan 78 noten, literatuur, bronnen, dankwoord en persoonsregister
ISBN               978 9045 033 006